Je hebt niks meer in huis, behalve voer voor je kat of hond. Aantrekkelijk ziet het er niet uit, maar kun je een hapje met Fikkie of Minoes mee-eten, of beter met een lege maag naar bed? ‘Ik zou het kattenvoer kiezen,’ zegt Guido Bosch, onderzoeker diervoeding aan de Wageningen University. ‘Arme Amerikanen schijnen in de jaren tachtig te hebben geleefd op kattenvoer.’

Dat klinkt onwaarschijnlijk, maar is het niet. Katten- en hondenvoer bieden een volwaardig dieet voor die dieren, legt Bosch uit. ‘Een kat overleeft het prima als hij zestien jaar enkel blikvoer krijgt. Die moet ook allerlei voedingsstoffen binnenkrijgen, net als wij.’ Want ja, ook dieren hebben vet, eiwit en vezels nodig.

Leven op diervoer levert je een vettekort op

Pas als je langere tijd op uitsluitend dierenvoeding leeft, voorziet Bosch problemen. ‘Vitamine C is een puntje. De mens eet al lang groente en fruit. We zijn het vermogen om die vitamine zelf aan te maken kwijtgeraakt.’ Honden en katten kunnen wel zelf vitamine C aanmaken, en hebben daarom geen groente of fruit nodig. Bij een tekort krijgen wij te maken met scheurbuik, klachten waar de zeevaarders in vroeger tijden vaak mee te kampen hadden: zwellingen, bloedingen en pijnlijke ledematen.

Ook het kenniscentrum van de diervoederfabrikant Royal Canin waarschuwt voor vitaminetekorten. ‘Onze voeding is voor elk dier uitgebalanceerd. Een kat kan niet op hondenvoeding leven.’ Een mens wel op kattenvoer? Gek genoeg krijg je keurig je aanbevolen dagelijkse vitamines binnen, inclusief vitamine C. Vet zal je op den duur wel tekort komen, wat tot depressies en hart- en vaatziekten kan leiden.

En goed, er zitten behoorlijk meer eiwitten in kattenvoer dan het Voedingscentrum aanraadt, maar dat is volgens Wouter Hendriks, hoogleraar diervoeding aan de Wageningen University, minder problematisch. ‘Eiwitten kun je prima verwerken.’

Groente in diervoer is eigenlijk niet nodig

Het is wel vreemd dat voer vitamine C bevat, terwijl honden en katten dat helemaal niet nodig hebben. Maar voerfabrikanten passen diervoeding aan op wat eigenaren denken dat gezond is. Zo wordt aan kattenvoer vaak groente toegevoegd. Omdat groente gezond is voor ons, denken baasjes dat het ook goed voor hun huisdier is, zegt Hendriks. ‘Onze perceptie van de aard van dieren is gewoon weg. Honden en katten zijn echte carnivoren, maar toch willen we ze groente voeren.’

Dat kan zelfs schadelijk zijn. ‘Met bepaald plantaardig materiaal kunnen ze niet omgaan. Een koe geef je ook geen biefstuk.’ Met vis maak je een kat misschien blij, maar dat eet een poes van nature helemaal niet. Er bestaat zelfs kattenvoer met cranberries en pompoen, terwijl katten zoete smaken niet proeven. Dat voer is bijna geschikter voor ons dan voor hen.

Hondenvoer vinden we vies, blijkt uit onderzoek

Dat maakt overleven op kattenvoer voor ons wel een stuk makkelijker. Maar is het ook een aanrader? Hendriks vindt van niet. ‘Ik vind de smaak niet zo lekker. Het smaakt paté-achtig.’ Die negatieve ervaring delen de meeste mensen, bleek uit het onderzoek Can People Distinguish Pâté from Dog Food? (‘Kunnen mensen paté onderscheiden van hondenvoer?’) dat in 2009 aan onder meer Harvard University (VS) werd uitgevoerd.

Hondenvoer werd behoorlijk lager gewaardeerd dan paté, leverworst en levermousse. Dat komt waarschijnlijk vooral omdat wij niet aan de smaak gewend zijn. Kwalitatief is met diervoeding niks mis, zegt Hendriks. ‘In Nieuw-Zeeland schieten ze possums (kleine buideldieren, red.) vanwege overlast. Het vlees wordt in kattenvoer verwerkt.’ Dat kattenvoer wordt ook naar Thailand geëxporteerd. ‘Daar is het populair als voedsel. Voor mensen.’